Terug

Later, als ik groot ben ...

Later, als ik groot ben ...

 

 

  1. Later, als ik groot ben ...
     
  2. Later wil ik uitvinder worden. Ik woon dan in een huis met een
  3. grote werkplaats. Daar bouw ik allemaal handige dingen die
  4. de wereld beter en mooier maken. Aan het plafond van mijn
  5. werkplaats hangt een grote schommel. Als ik daarop zit, kan
  6. ik extra goed nadenken. Dan bedenk ik de beste uitvindingen.
     
  7. Misschien ontwerp ik een boot die al het afval uit de zee haalt.
  8. Zo wordt het water schoner en kunnen dieren weer veilig
  9. zwemmen. Of ik...

Waar wil de ik-persoon de uitvindingen bedenken?